Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [57]Hand aan hand zal de boze niet [58]onschuldig zijn; maar het [59]zaad der rechtvaardigen zal [60]ontkomen. 57. Dat is, van hand tot hand. Niet alleen in zijn eigen persoon, maar ook in zijne nakomelingen, die zijn boze wegen ingaan. Vergelijk Ex.20:5, en Deut.5:9. Anders: Al ware] hand aan hand, zo zal, enz. Dat is, hoewel de boze, in gevaar zijnde, van allen geholpen werd, zo zal hij nochtans de straf Gods niet ontgaan. Hans is hier voor hulp, gelijk 2 Sam.3:12, en 2 Sam.14:19; Neh.2:18; Ps.119:173; onder hfdst.16 vs.5. 58. Dat is, niet ongestraft blijven. Zie 1 Kon.2:9. 59. Dat is, kinderen en nakomelingen. Zie Gen.4:25, en Gen.9:9; en de aantekeningen. 60. Te weten, door de hand en hulp Gods.